In deze edite van 'Vele handen' komen twee vrijwilligers aan het woord: kantine coördinator Sjako Bikker én clubscheidsrechter Toine Strik.
De kantinevrijwilligers: SEV kan geen moment zonder ze!
Zaterdagochtend 7.30 uur, het is pikkedonker maar in het clubgebouw brandt licht. De eerste wedstrijden vangen om 8.30 aan en ook zijn er jeugdteams die al vroeg verzamelen voor de uitwedstrijden. De koffie pruttelt en de broodjes kaas worden belegd. SEV 1 speelt thuis en dan wordt het druk en een latertje. Ruim 13 uur nadat het licht is aangedaan, gaat het pas uit. De keuken is dan al schoon. De bijdrage aan de clubkas is fors en veel leden en bezoeker zijn met de gezelligheid in het achterhoofd weer huiswaarts. Een forse prestatie van een team stressbestendige vrijwilligers. Alle kantinevrijwilligers verdienen een (virtueel) lintje. Die geven we aan het boegbeeld en de regelneef van deze groep: Sjako Bikker. Even voorstellen.
‘Mijn naam is Sjako Bikker, 30 jaar en sinds 1997 lid van SEV. Nadat ik mijn hele jeugd met veel plezier gevoetbald heb bij SEV, ben ik samen met vrienden doorgegaan bij de senioren in een vriendenteam, SEV 4. Hier voetbal ik tot op heden nog steeds met veel plezier.
Sinds ik bij de senioren voetbal heb ik diverse vrijwilligerstaken uitgevoerd en sinds 5 jaar doe ik de coördinatie van de kantine. Het verzorgen van schema's en voldoende bezetting wanneer de kantine geopend is. Dit laatste is iets wat de laatste jaren steeds lastiger werd om in te slagen. Toen ik met deze taak begon, bestond de bezetting van de kantine voornamelijk uit vrijwilligers die zich hier echt vrijwillig voor opgaven. Mensen die betrokken waren bij de club en graag een steentje bij wilden dragen aan deze mooie vereniging. Mensen die het besef hadden dat een vereniging nu eenmaal niet kan draaien zonder vrijwilligers. Helaas werd de spoeling door de jaren steeds dunner en was nieuwe aanwas nihil.
Mede door een steeds groter wordend tekort aan (kantine) vrijwilligers zijn we dit jaar van start gegaan met het nieuwe vrijwilligersbeleid. Met dit nieuwe beleid draagt iedereen zijn steentje bij om de vereniging draaiende te houden. Dit hield ook in dat er zo'n 150 kantinemedewerkers bij kwamen, bovenop de al ruim 90 medewerkers en ik dus hulp nodig had om dit te coördineren. Sinds dit jaar doe ik het dan ook samen met Hanneke Zwikker en Reno Hilgersom. Met z’n drieën proberen wij de bijna 250 kantinemedewerkers zo goed mogelijk in te delen. Omdat we hier te maken hebben met zoveel leden van diverse afdelingen met allemaal verschillende voorkeuren, is dit een behoorlijke onderneming waar veel tijd in gaat zitten. Iets wat sommigen mensen soms niet lijken te beseffen als zij ons mailen met het ongenoegen voor wat betreft de indeling waar zij in staan opgenomen of gewoon helemaal niet op komen dagen tijdens hun dienst. Wij beseffen met z'n allen ook dat het niet altijd leuk is om op de zaterdagochtend of op de maandagavond achter de bar te moeten staan, hier eventueel dingen voor moet verschuiven thuis met het toch al drukke bestaan, maar dit is wel de keerzijde van de medaille wanneer je aangesloten bent bij een vereniging.
Gelukkig horen we ook veel positieve geluiden bij het uitvoeren van een kantinedienst. Mensen die enthousiast vertellen na de eerste kantinedienst hoe leuk zij het vonden om te draaien en we hen mogen bellen wanneer we een tekort hebben. Bezoekers die in de kantine geweest zijn en zeggen wat een leuke ploeg er achter de bar stond, die enthousiast bedienden en zorgden voor een gezellig muziekje in de kantine. Ook ontmoeten leden weer andere leden, jong en oud, bij het draaien van een kantinedienst. Leden die zij voorheen nog nooit gezien of gesproken hadden. Niet alleen leden waarmee zij draaien, maar ook leden en bezoekers aan de andere kant van de bar die wat te eten of drinken bestellen. Zo raken mensen met elkaar aan de praat en krijgen mensen beetje bij beetje meer binding met de verenging, iets dat we nodig hebben als een mooie vereniging zoals SEV!’
De clubscheidsrechter: onmisbaar!
Hallo, ik ben Toine Strik. Ik ben 14 jaar en speel nu zelf in de JO15-1 (C1). Ik zit nu al 7 jaar op SEV. Ik ben begonnen in de F4 maar ben daarna al snel overgeplaatst naar de F3 omdat daar mensen weg waren gegaan. Ik word ook wel eens gevraagd om wedstrijden te fluiten van de F of E en heel soms de D. Ik vind dat heel leuk om te doen.
Hoe ben je scheidsrechter geworden?
Mijn broertje zat in de F toen een keer de scheidsrechter op het laatste moment zich had afgemeld. Dus ik vroeg aan mijn vader: ‘Mag ik dat dan niet doen?’ Want het leek me wel leuk om een keer te proberen. Mijn vader zei: ’Nee, ze vinden wel een ouder die dat wil doen, het wordt wel geregeld.’ Toen ze bijna gingen beginnen was er nog geen scheidsrechter. Ik was daar aan het kijken en toen vroegen ze het: ‘Wil jij het niet proberen?’ Dus ik keek mijn vader zo aan van: vind je dat goed? Dus hij zei: ‘Ja doe maar als jij het leuk vindt.’ Dus zo is het eigenlijk ontstaan, want na de wedstrijd vond ik het leuk en heb ik bij de commissiekamer gezegd dat ik wel vaker een wedstrijd wil fluiten.
Waarom wilde je scheidsrechter worden?
Eigenlijk had ik geen ambitie om scheidsrechter te worden, maar na de wedstrijd die ik heb gefloten vond ik het leuk om ermee door te gaan.
Wat vind je er leuk aan?
Ik vind het leuk om te zien hoe kinderen dan opgaan in het spel dat ze alles doen om te winnen en dat het spannend blijft tot in de laatste minuut. Ook heb je wel eens dat teams van SEV verliezen en soms met grote cijfers. Maar toch zie je dan soms dat kinderen blij zijn en het toch leuk vonden ondanks dat ze verloren hebben. Het is ook fijn als je na de wedstrijd hoort ‘Nou, dat heb je goed gedaan scheids.’
Wat vind je er moeilijk aan?
Het moeilijkst is toch wel om je niks aan te trekken van de kritiek van bijvoorbeeld ouders en trainers als die het niet met jou eens zijn.
Heb je tijdens het fluiten van een wedstrijd iets bijzonders meegemaakt en zo ja, wat?
Nee, niet echt. De wedstrijden verlopen altijd wel goed. Ik heb geen ernstige blessures of iets dergelijks meegemaakt. Wel maak ik mee dat de toeschouwers (zoals ouders en trainers) helemaal opgaan in het spel. Ze juichen dan hard mee en de trainers coachen hun team vol passie.